IPC
Met wereldoriëntatie in het basisonderwijs bedoelen we eenvoudigweg alle vakken die gaan over mens en maatschappij, natuur en maatschappij en burgerschap.
Traditioneel gezien heeft men het vaak over aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, kunstzinnige vorming en techniek. Voor meer richting bij het vormgeven van wereldoriëntatie in het basisonderwijs zijn er verschillende methodes en curricula. Van oudsher bestaan deze uit kant-en-klare werkboekjes en afgebakende schoolvakken. Tegenwoordig zien we een tendens naar thematisch en ‘vak-verbindend’ onderwijs.
De gedachte is dat kinderen beter leren door de samenhang te zien. Daarmee vervagen de grenzen tussen de vakken. De Schalm heeft gekozen voor het International Primary Curriculum. IPC biedt wereldoriëntatie thematisch aan in de volle breedte. Dat wil zeggen dat alle schoolvakken in het curriculum terugkomen behalve rekenen, taal en begrijpend lezen.
Een IPC-unit is een overkoepelend thema waarin gedurende een bepaalde periode alle zaak- en creatieve vakken aan bod komen. Die vakken staan bij IPC niet meer op zichzelf, maar zijn in elkaar verstrengeld. Doordat leerlingen langer met een onderwerp aan de slag gaan in álle vakken kunnen ze de diepte in en leren ze verbanden te zien en verbindingen te maken. Leerlingen gaan zelf op onderzoek uit en leren het onderwerp vanuit verschillende kanten te benaderen. Het curriculum is ook internationaal. Bij elk thema gaan de kinderen ‘de grens over’, wordt het onderwerp vanuit andere culturen belicht en gaan de kinderen op zoek naar overeenkomsten en verschillen met andere landen en culturen.
Vaste structuur
Zoals al eerder gezegd hebben de units een vaste structuur. Bij ieder onderdeel van die structuur neemt het leren een centrale plek in. Tijdens het startpunt, de gezamenlijke opening van een unit, raken kinderen betrokken bij het thema. Het curriculum geeft de leerkracht de ruimte, maar ook suggesties, om de kinderen te prikkelen en in te haken op hun belevingswereld. Na de start is er altijd de kennisoogst; het in kaart brengen van de bestaande kennis bij de kinderen. Om te ontdekken wat kinderen al van een onderwerp weten wordt er bijvoorbeeld gewerkt met visuele schema’s, die we ‘mindmaps’ noemen. Vaak weet je kind al veel meer dan het zelf denkt. Ook helpt het maken van een mindmap om kennis en ideeën met elkaar uit te wisselen, onderlinge verbanden te zien en de kennisoogst uit te breiden. Het zet aan tot nadenken over het eigen leren en het formuleren van vaardigheden.
IPC. (2023, 18 januari). Home - IPC Nederland. IPC Nederland. https://ipc-nederland.nl/